Merinoswol was de eerste en tot op heden de belangrijkste natuurlijke vezel voor het maken van kleding. Sinds 500 voor Christus wordt deze dierlijke vezel gebruikt voor het maken van kleding. Eerst in het Middellandse zeegebied en later in de 18de eeuw introduceert kapitein James Cook het merinosschaap in Nieuw Zeeland. Geëmigreerde Europese boeren weten hier het merinosschaap tot ongekende hoogte te fokken.
Merinoswol kenmerkt zich door een prachtige glans, natuurlijke elasticiteit en isolerend vermogen. Met deze vezel kan een fijn en dun garen worden gesponnen. Ideaal voor het maken van verfijnde truien, maar ook voor het weven van dunne soepele stoffen. Sterk, kreukherstellend en buitengewoon geschikt voor pakken uit de Napolitaanse kleermakerstraditie.