De getallen

Een getal heeft iets wetenschappelijks. Iets exacts. De natuur is echter moeilijk in cijfers te vangen. Door een intensief fokprogramma is in de afgelopen jaren de kwaliteit van merinoswol enorm toegenomen. Om het beste van de betere te kunnen onderscheiden, is classificatie noodzakelijk. Dit kan met behulp van een Engels systeem. Dit systeem geeft met de letter “S” een maat voor de fijnheid van spin niveau. De “S” staat in dit geval voor hanks (strengen), die elk uit 500 meter garen bestaan. Van een halve kilo wol met de classificatie Super 150’S kunnen 150 hanks gesponnen worden, omgerekend naar meters geeft een halve kilo 75.000 meter garen en een kilo dus 150 km.
Dit getal lijkt echter ten onrechte tot een kwaliteitskeur verworden. Een hoger getal geeft niet per definitie een kwalitatief betere stof. Voor de kwaliteit van een stof zijn naast dikte ook kleur, glans, sterkte en lengte van de vezel van belang. Staar u dan ook niet blind op deze S-aanduiding. Kijk naar de algehele kwaliteit van een stof. Eventueel de vezel diameter in micron en naar het gewicht per meter van een stof.
Het gewicht zegt veel over het uiteindelijke draagcomfort. Voor zomerpakken ligt het ideale gewicht rond de 230 gram per meter (bij een stofbreedte van 150 cm), voor een winter pak kan dit oplopen tot 340 gram. Voor een pak dat vier seizoenen gedragen moet worden, kiest u voor 250 tot 270 gram. De buitenstof van zo’n pak weegt dus niet meer dan een pak suiker.